Bericht betreffende de actualiteit
In de pers was er de laatste dagen sprake van verschillende beslissingen genomen door verschillende instanties die ongunstig zouden zijn voor de apothekers. Vele commentaren, interpretaties en conclusies hieromtrent brachten een zekere verwarring teweeg. De Orde der Apothekers wenst dan ook bepaalde zaken uit te klaren opdat haar leden de situatie waarin zij zich bevindt, zouden begrijpen.
Sinds 15 april 2016 is de Orde der Apothekers het voorwerp van een onderzoek gevoerd door de Belgische Mededingingsautoriteit, die bevoegd is om restrictieve mededingingspraktijken te vervolgen. Sinds die datum wordt dus onderzocht of zulke praktijken aan de Orde kunnen worden toegeschreven.
In het kader van zo’n onderzoek kunnen door een belanghebbende partij voorlopige maatregelen worden gevraagd teneinde de restrictieve mededingingspraktijken, die het voorwerp van het onderzoek uitmaken, te schorsen, indien dringend een toestand dient te worden vermeden die een ernstig, onmiddellijk en moeilijk herstelbaar nadeel kan veroorzaken voor de ondernemingen waarvan de belangen aangetast worden door deze praktijken of die schadelijk kan zijn voor het algemeen economisch belang (Wetboek van economische recht, art. IV.64, § 1er).
Zo’n verzoek om voorlopige maatregelen werd op 28 april 2017 tegen de Orde ingediend. Dit verzoek werd door de Belgische Mededingingsautoriteit echter afgewezen bij beslissing n° ABC-2017-V/M-24 van 19 juni 2017. In deze beslissing werd wel geoordeeld dat er prima facie aanwijzingen zijn dat organen van de Orde der Apothekers een inbreuk kunnen hebben gepleegd tegen de mededingingsregels. Het bestaan van zo’n prima facie inbreuk maakt deel uit van de elementen die de Mededingingsautoriteit moet onderzoeken om te kunnen beslissen of de gevraagde voorlopige maatregelen zich al dan niet opdringen. In dit geval heeft de Mededingingsautoriteit beslist dat deze voorwaarde was vervuld maar dat andere voorwaarden zoals het bestaan van een ernstig, onmiddellijk en moeilijk herstelbaar nadeel in hoofde van de verzoeker of de beschadiging van het algemeen economisch belang niet waren vervuld.
Het bestaan van een inbreuk door de Orde wordt dus m.a.w. niet bevestigd door de beslissing van de Belgische Mededingingsautoriteit van 19 juni 2017.
Het onderzoek dat werd gestart in april 2016 is niet afgesloten. Enkel een beslissing na de beëindiging van dit onderzoek zal kunnen besluiten of de Orde al dan niet een inbreuk heeft gepleegd